Als u bij het lezen een foto aanklikt dan wordt deze vergroot. De foto′s kunnen vervolgens achter elkaar als diashow bekeken worden. Als u een link, bij voorbeeld: Khiri Travel aanklikt dan wordt deze geopend. Wanneer verwezen wordt naar de kaart van Myanmar, dan kan deze opgeroepen worden door de link: kaart van Myanmar aan te klikken. De in het reisverslag opgenomen filmclips zijn HD opnamen. De clips worden geopend en kunnen bekeken worden in een apart venster dat vanzef opent als u op afbeelding met het pijltje klikt.
Route week 1: Yangon • Taungoo • Pyay • Bagan • Mandalay
Route week 2: Mandalay • Kalaw • Inle Lake • Mandalay
Route week 3: Mandalay • Hsipaw • Kyauk Me • Pyin Oo Lwin • Mandalay • Yangon
Route week 4: Yangon • Maung Shwe Lay • Lintha Village Ngapali • Yangon
Na de zonsopgang in Bagan rijden we door. Ergens onderweg een stop aan de kant van de weg bij een pinda plantage. Er loopt ook een stier in een rondje met molensteen om de olie uit de pinda's te persen. Een man klimt in een hoge palmboon naar de top en haalt daar wat zoete vloeistof uit de boom die gebruikt wordt om sterke drank van te maken.
Onze chauffeur Aung Win heeft via via gehoord dat er ergens in een dorpje in de buurt een ceremonie gehouden wordt om monniken te eren. November is een feestmaand voor de monniken In Myanmar.
We verlaten de hoofdweg en rijden naar het dorp. Onderweg passeren we een vrachtwagen volgeladen met streekbewoners die ook naar het dorp gaan waar een klooster blijkt te staan. Na aankomst overladen de bezoekers de monniken met geld en geschenken. Als dank daarvoor krijgen ze zelf een gezamenlijke maaltijd. De mensen bij het klooster zijn allemaal even vriendelijk. Zij genieten van hun sigaren! Er zijn ook een paar oude mannen bij in traditionele kledij en het haar in een knot.
Aan de achterkant van het klooster wordt in een openlucht keuken een speciale maaltijd voor de monniken zelf bereid. Wij worden uitgenodigd om de maaltijd in het klooster te gebruiken. Heel speciaal om mee te mogen maken.
Als we weer teruggaan naar de hoofdweg stoppen we eerst nog even bij een compound. De vrouwen zijn bezig pinda’s te pellen. Een hele lieve oude dame van 82 vraagt ons bij haar te komen. We spreken niet dezelfde taal, maar ze is gastvrij en nodigt ons uit naast haar te komen zitten om thee te drinken en koekjes te eten.
In de compound staan erg mooie potten! Een soort stenen potten, waar het water goed koel in blijft. Van buiten fraai verweerd, en vaak met mos begroeid.
Na ons bezoek aan de compound rijden we door naar een marktje. Een vrouw zit érg te graaien tussen darmen en varkensoren... even slikken! Het is erg druk en er komen en gaan busjes die uitpuilen.
Jan-Arend heeft geen koorts meer, maar heeft wel erg last van kriebelhoest. Het wordt een beetje in de hand gewerkt door de airco, maar die is ook wel weer érg fijn!
We rijden langs Mount Popa. We hebben niet echt de behoefte de berg te beklimmen zo op het heetst van de dag. Het is wel èrg mooi gelegen! Het is er druk en er zijn veel apen, die we verder in Birma eigenlijk niet zien.
Het gouden complex ligt bovenop de berg. Wel sprookjesachtig.
Onderweg naar Mandalay stoppen we nog bij een heel oud kloostertje.
2 jonge monniken komen meteen met 2 stoelen aan, maar we vinden het veel te leuk om even rond te kijken. We hadden ook nog wat stuiterballetjes in de tas, en als we weggaan is iedereen er mee aan het ballen!
Het laatste stuk vandaag is snelweg. Ons hotel In Mandalay (detail kaart)Het Emerald Land Inn, ligt niet echt in het centrum maar dat geeft niet. Er is nu geen tijd om Mandalay te bezoeken. Morgen vliegen we door naar Heho en we komen nog terug in Mandalay. We nemen afscheid van Aung Win, die teruggaat naar Yangon. We hebben een fijne gid/ chauffeur aan hem gehad!
In de buurt van het hotel niet echt een restaurantje gevonden, maar als we besluiten in het hotel te eten blijkt dat een goede keus, want de fried rice is smakelijk!! We trekken ons terug in de koelte. Jan-Arend slaapt matig door zijn verkoudheid. Wel goede bedden!
6 uur weer op, goed ontbijt. Iets leek op bruin brood, maar dat bleek chocoladebrood te zijn. In een luxe 4 wheel drive worden we naar het vliegveld gebracht. Onderweg weer drukte; motoren met hele families erop, vaak in amazone zit, géén helm. Kleine busjes uitpuilend met monniken. Een stuk snelweg waar soms een ossenkar de weg oversteekt! Aan weerszijden van de weg zijn de mensen druk bezig met het bewerken van het land.
Op het vliegveld gaat het vlot. Binnenlandse vluchten zijn toch een heel ander verhaal dan internationale vluchten hier. Niets geen koffers wegen of strikte regels over 2 stuks bagage.
Het is maar een korte vlucht; 20 minuten! We vliegen in een Fokker. Op Heho moeten we even wachten maar we worden uiteindelijk netjes opgehaald door een gids met chauffeur.
Wij rijden naar Kalaw (detail kaart). Kalaw werd vroeger door de Engelse kolonisten gebruikt als toevluchtsoord. Vanwege het koelere klimaat in de heuvels was het een ideale plek om tijdens de zomer de hitte te ontvluchten. Van de luchthaven naar Kalaw is een ritje van 3 kwartier.
Wij rijden door een schitterend heuvellandschap met mooie uitzichten. De aarde is hier veel roodbruiner en er zijn veel gele veldjes. Dat blijkt mosterdzaad te zijn. De temperatuur is aangenaam en er zijn véél bloemen.
Het hotel de Honeymoon Dream Villa ziet er goed uit. Vreemde naam voor een hotel, maar de kamer is prima. Alles is hout. De mensen van het hotel zijn érg vriendelijk!
Na de lunch lopen we even naar het dorpje. Dat is niet ver, maar er is niet echt veel te beleven. Er is een markt maar die is maar gedeeltelijk open. Groenten en fruit en vooral ook veel Chinese spulletjes. We drinken ergens nog thee en lopen weer terug naar het hotel. Daarna blijft Jan-Arend in bed liggen. Hij voelt zich nog steeds niet helemaal 100%. Ingrid leest buiten op een schommelbank een boek.
Na het ontbijt beginnen we vandaag aan een tweedaagse trekking.
Om half 9 worden we opgehaald bij het hotel. We gaan met de auto naar de plek waar we met lopen starten. Het eerste stuk gaat nogal naar beneden, dan gaat het omhoog, en tenslotte gaat het steil omhoog!
We lunchen bij een klooster. Het is er een beetje saai. We moeten lang wachten tot we verder gaan. We zoeken daarom een mooi plekje in de schaduw om een dutje te doen en ontmoeten ook een ander stel dat aan het lopen is; het zijn Zwitsers. Leuke mensen. We blijven van half 11 tot half 2 bij het klooster.
Als we weer gaan lopen, lopen we in ongeveer anderhalf uur naar het volgende klooster. Ook bij dit klooster niet veel monniken, die bovendien als enige monniken in heel Birma, althans van degenen die wij tegenkwamen, geen woord zeggen. Het dorpje zelf is ook niet zo spannend.
We hadden gedacht dat het een dorpje met bamboe huizen zou zijn en in de beschrijving van de trekking stond iets over de vrouwen van het dorp die met ons een gezamelijke maaltijd zouden bereiden. Een soort mini kookcursus birmees eten dus, maar niets was minder waar. Een paar nieuwe stenen huisjes en geen gezamelijk eten.
Het is daarom best een lange zit tot het avondeten, rond half 7.
Intussen heeft Jan-Arend nog steeds wat koorts en heeft Ingrid behoorlijke last van haar darmen.
Om 7 uur zijn we uitgegeten, het is donker. We kletsen nog een uurtje met de Zwitsers, en dan gaan we slapen. We slapen in een grote ruimte naast het klooster. Zo'n 8 bij 20 meter? Wij aan de ene kant en de Zwitsers aan de andere.
s Nachts wordt Ingrid wakker. Als ze zich omdraait voelt ze .... dat het fout gaat! Haar sluitspier heeft z'n werk niet goed kunnen doen! Zij zoekt in allerijl een lampje, schiet in haar bergschoenen die buiten staan, en loopt zo snel als het kan naar de wc die ook buiten is.
In het donker, met flauw schijnsel probeert zij de schade te herstellen. Wat te doen met de vieze broek? Geen prullenbak, plastic zak of iets dergelijks. Nood breekt wet ... met een ferme zwaai lanceert Ingrid haar onderbroek de verre struiken in. Nog zelfs zonder schuldgevoel ook! Ze heeft het even helemaal gehad. Wat een armoe, wat een geklieder!
Om Half 8 in de ochtend gaan we weer lopen. Voor Ingrid een echte martelgang!! Zo’n 50 meter gaat het goed, maar dan nemen we ergens een mini paadje van zo'n 25 cm breed. Het gaat súpersteil naar beneden. We zijn zo'n 800 meter gedaald, zo wijst de hoogte meter van de Zwitsers aan. Het heeft de afgelopen nacht hard geregend, en het is SPEK glad. Het wordt al meer strompelen en glijden. Het profiel van onze bergschoenen zit al na een paar stappen vol met klei. Het zou een uurtje of 3 a 4 dalen zijn. Nou tel daar maar een paar uurtjes bij op!
De omgeving is natuurlijk wel erg mooi. Heel groen, het lijkt wel een jungle. Veel mieren, bloemen, vlinders; vooral veel gele. Voetje voor voetje bewegen we ons verder naar beneden. Heel geconcentreerd want voor dat je het weet zet je een misstap of struikel je over je eigen benen. Je moet aldoor je voet hoog optillen, over bamboestammen, stenen, en zo voort.
De gidsen zijn super vriendelijk. Ze dragen onze tassen en geven Ingrid een hand als ze dreigt te vallen. De darmen van Ingrid protesteren ondertussen nog steeds flink, haar sluitspier verliest de strijd op de momenten dat zij ineens een gekke beweging moet maken.
Als we denken er te zijn komen we bij een rivier, waar we ook nog eens ruim een uur langs én doorheen moeten. Er loopt geen pad en we zwalken van de ene oever naar de andere oever, heen en weer, steeds weer tot de knieën door het water, langs en over stenen.
Wauw dit is geen trekking meer maar een heuse onvoorbereide, onaangekondigde survival tocht van het heftige soort. We kunnen niet meer!! Deze tocht na regenval doen is echt af te raden.
Uiteindelijk belanden we dan toch bij het olifanten opvangkamp. Er zijn 7 olifanten. De mensen van het opvangkamp vragen of wij een ritje op een olifant willen maken, maar dat geloven we wel; we willen een ritje auto naar huis!
Als we een klein stukje verder gelopen zijn blijkt echter dat het naar de auto nog dik een uur lopen is, dus we weten niet hoe snel we alsnog op die olifant willen en stappen!! Heel lieve beesten die olifanten en ook de begeleiders zijn allemaal even aardig. We geven bananen aan de olifanten en wassen ze en spatten ze nat. De olifanten lijken wel echt te genieten hier. Hun haartjes zijn ook zo lekker borstelig, en ze doen alles zo voorzichtig! Het voelt goed op de olifant.
Na een tocht door de jungle op de rug van de olifant belanden we bij het eindpunt, waar we ook de Zwitsers weer tegenkomen. Zij zijn er net een ruim half uurtje. Zij zouden na de 3-4 uur (!) die de trekking zou duren, nog doorgaan en 1,5 uur klimmen en de dag erna nog verder lopen, maar zij zijn ook helemaal uitgeput en er klaar mee. Onze Zwitserse vrienden willen "tout de suite" een taxi naar hun hotel. Het lag dus toch niet alleen aan ons.
Na een maaltijd moeten we nog een uur rijden naar het hotel. Onderweg vallen we in een diepe slaap en in het hotel ..... een warme douche, en dan naar Bed!
We zijn helemaal gesloopt! Alles doet zeer en we zijn superstijf.
Om 9 uur worden we opgehaald, bij dit hotel met extreem vriendelijke mensen. De auto heeft een vrouwelijke gids mee, Su-Su. Het is een leuke meid.
We rijden naar de markt in Kalaw, waar vandaag de weekmarkt is. Het is daarom aanzienlijk drukker dan toen wij er samen waren. Su-su legt veel uit op de markt. Er zijn de nodige vruchten en kruiden die we niet kennen. We zien veel manden met fruit, verse maar ook veel gedroogde vis, noten, en rijst.
We rijden verder en passeren weer een markt waar het heerlijk druk is. Veel paard en wagens, vooral een markt voor de localen. Daarna brengen we een bezoek aan het beroemde Shwe Yan Pyay Klooster. Een meer dan honderd jaar oud houten klooster dat vooral bekend is door zijn ovalen vensters.
Er zijn veel novicen. Ze zijn aan het bidden en leren.
Su-su legt ons uit dat elke mannelijke boeddhist geacht wordt een poos monnik te zijn. De jongens gaan vanaf 7 jaar het klooster in, meisjes vanaf 9 jaar. Zeven dagen is de minimum tijd voor het klooster.
Wij komen richting Inle Lake en het klooster is duidelijk een populaire trekpleister. Een hele buslading bejaarde Amerikanen wordt voor de duur afgezet. Als snel is de gebedszaal met meer toeristen dan monniken bezet. Wel jammer.
Bij dit klooster is ook een tempel met honderden Boeddha beelden,
heel leuk in nisjes neergezet. Sommigen zijn al heel oud, anderen zijn niet lang geleden nog gedoneerd.
Na dit fraaie klooster rijden we verder richting Inle Lake. Aangekomen bij Myaung Shwe (detail kaart) volgt een heerlijke trekking; per boot!!! In een smalle houten motorboot reizen we met alleen Su-Su en de schipper over het meer. Eenvoudige houten stoelen in de boot, maar ze zitten heerlijk. We kopen eerst even een hoed, want de zon is fel en heet, en op het open water is dan een beetje extra bescherming niet verkeerd.
We varen langs de beroemde vissers die met 1 been varen, kunstig balancerend. Ze slaan met een stok op het water, en dan moeten de vissen het fraai vorm gegeven net inzwemmen. Er zijn veel drijvende planten, het doet denken aan Zuid India.
We varen naar ons hotel Golden Island Cottages.
Het ziet er heel fraai uit, en we worden onthaald met muziek. Alle huisjes staan op palen, ook de onze dus. We hebben een ruime kamer en een terras aan het water.
Na heel eventjes opfrissen varen we weer weg. Alles wordt hier in boten vervoerd. De boten varen soms echt hard! De huizen staan op palen en er zijn drijvende tuinen. Paradijselijk mooi allemaal. We lunchen met ons drietjes. We genieten van alle boten die voorbij komen en de mensen. Dan weer een boot met kinderen die naar school worden gebracht, dan weer vrouwen op weg naar de markt en dan weer een boot met monniken. Ze varen hier vooral met lange smalle boten waar meestal niet meer dan 5 personen in kunnen.
We bezoeken een plek waar ze zelf papier scheppen, met bloemen erin verwerkt uit de omgeving. Bij voorbeeld hibiscus. Alles wordt met de hand gedaan. We genieten van het varen en hebben we soms een beetje moeite de boot uit te komen vanwege spierpijn.
Aan het eind van de dag gaan we weer naar de kamer. ’s Avonds eten we in het hotel. We hebben een gezonde kleur gekregen!
Half 8 op, lekker rustig ontbijten. Half 9 ligt de boot weer klaar. Als we ons aan het klaarmaken beweegt de aarde. De elektriciteit gaat ook even uit. Jan-Arend denkt dat het een aardbeving is, Ingrid denkt dat er een grote boot langs vaart.
Als we naar buiten kijken is er geen boot te zien, maar wel heel veel luchtbubbels die uit het meer naar boven komen. Heel vreemd, zo‘n beving die veel langer aanhoudt dan te verklaren is. Later lezen we op teletekst; aardbeving van 6.8 op de schaal van Richter! Midden in Birma op een diepte van 9 kilometer, op 135 kilometer ten noorden van Mandalay, en er zijn zelfs 10 doden te betreuren en nogal wat gewonden. Bizar natuurlijk dat wij dit dus ook gevoeld hebben!
Als we met de boot bij het hotel vertrekken is het nog een beetje bewolkt.
Wat is het toch heerlijk in zo'n bootje, genieten van alles wat je ziet. Overal bootjes met hardwerkende vissers. Langzaam breekt ook de zon door. Onze schipper denkt erg mee; als hij ziet dat we iets fotograferen of filmen vermindert hij meteen vaart tot we klaar zijn. Want die diesel kan aardig tekeer gaan. We gaan naar de markt in Nam Pam. Er is hier een cyclus van 5 dagen, en elke dag is er in een andere plaats markt.
Het varen door zo'n vissersdorpje is zo leuk; spelende, vliegerende, zwemmende kinderen, bamboehuisjes, soms erg scheef veel bootjes, was die hangt te drogen. Het ruikt er naar water, bloemen, kruiden en een vleugje diesel.
Er zijn héél véél bootjes bij de markt!
We klimmen uit de boot. Gelukkig is de spierpijn al een stuk minder. Op de markt veel bamboestammen, groot en klein, lang en kort, Ze worden gebruikt voor huizen, voor het vastzetten van de drijvende tuinen, of voor het ondersteunen van (tomaten) planten.
Er is geen bijzonder klederdracht, maar veel vrouwen en ook wel mannen van de Intha-stam die dit gebied bevolken dragen een handdoek als een tulband op hun hoofd.
Su-Su doet het leuk! Ze legt geduldig allerlei etenswaar, groenten en kruiden uit. Veel noodle achtige producten ook. Vaak gefrituurd. Ook rijstkoeken. Opeens duikt er dan zo'n varkentje op van onder een stalletje. Er is een stalletje met medicijnen. Het is een leuke markt.
We varen weg, langs velden van lotusbloemen in het water.
Lekker windje op het water, pet op. Alleen maar kijken.
We bezoeken een smederij , een sigarenfabriekje en een grote weverij. Veel weefgetouwen met veel vrouwen aan het werk. Razendsnel gaat het allemaal. Ze maken ook garen van de stelen van lotusbloemen. Dat zijn fijne en dure draden waar ze mee weven. Leuk al die spoeltjes in de verschillende kleuren.
Soms is het in de boot zitten zo lekker dat we eigenlijk geen zin hebben eruit te gaan. Tussen de middag lekker gegeten in een restaurantje, waar we allemaal verschillende Birmese gerechten krijgen. Erg smakelijk. Su Su legt het weer uit. We praten met elkaar over hoe we leven. Het huis van Su Su waar zij met haar ouders woont, wordt elk jaar wel overstroomt. Zij gaan als het water hun huis instroomt naar een tante, die wat verder en wat hoger woont.
Van waar we eten hebben we een goed zicht op alles wat er voorbij komt. De nodige boten natuurlijk, maar ook drijvende tuinen, met hyacinten. Erg bijzonder! Bij het restaurant is een plek waar Birmese katten leven. Ze hebben zelfs hun eigen eiland met huisjes en raampjes, een deur en een trappetje. De katten zien er goed verzorgd uit!
We varen naar een klooster en een stupa. Ook daar katten. Dit waren tot een half jaar geleden beroemde katten die door een monnik getraind waren om door een hoepel te springen. Echter, deze monnik is een half jaar geleden overleden, en nu liggen de poezen vooral te slapen.
Er is in de tempel nog wel iemand die zo'n slapende kat optilt, voor zich neerzet en waarachtig, als hij Jump zegt, springt de kat door zijn tot hoepel gevormde armen. Maar, na de sprong zakt de poes snel door zijn pootjes om te gaan snurken... Er is dus weer iemand met de katten aan het trainen.
Weer varen we verder, langs drijvende tomatenvelden. Gisteren hebben we tegen Su Su gezegd dat we het leuk zouden vinden op het meer een zonsondergang mee te maken, en dat gaan we nu beleven. Geweldig!
Aan het eind van de dag lekker op ons terras zitten, kijken naar het laatste stuk licht wat verdwijnt.
Lekker geen wekker gezet! Beetje opgeruimd, en naar het ontbijt. Daarna op ons terras genieten van het weer, het meer, het uitzicht, het niets doen. Wat is het hier mooi! Er komt een kluitje hyacinten voorbij drijven. Vogels in de lucht en een verrukkelijk temperatuurtje!
Tegen twaalven gaan we richting aanlegsteiger en met Su-Su vertrekken we weer voor een lekker boottochtje. Voor de laatste keer kijken we naar de vissers en hun visserskunsten.
Dan zijn we bij de auto en gaan we via een stupa naar de luchthaven van Heho. Als het vliegtuig komt sjorren jongens een brandblus op wieltjes naar de landingsbaan. Zouden ze een BHV training hebben? Zou het lukken? Een vliegtuig blussen met één spuit? Gelukkig hoeven we het niet uit te proberen.
Vlaggetjes worden uitgerold met Air Bagan. Het is een kleine luchthaven, maar alles werkt wel. Een raam staat open; je zou zo naar de vliegtuigen kunnen hollen. Maar, wie zou dat hier nou doen?
Het is niet altijd duidelijk welke vlucht aan de beurt is voor het inchecken en dus krijgt iedereen bij zijn boarding kaart een sticker voor op je shirt zodat het personeel kan zien welke mensen eruit gepikt moeten worden om te boarden als die niet goed hebben opgelet! Ook hier wordt de bagage weer niet gewogen en een aangebroken flesje drinken mag gewoon mee het vliegtuig in! Hoe anders dan op Schiphol!
In het vliegtuig ligt toevallig in de stoel voor ons een locale krant uit Mandalay. Het is een Engelstalige krant met een heel verhaal en foto's over de aardbeving. Bizar dat we daar zo dichtbij waren. Er blijken toch zo'n 50 mensen omgekomen te zijn bij deze vrij krachtige aardbeving! Er zijn ook flink wat gewonden en er is een brug en een stupa ingestort.
- naar: Deel 3: van Inle Lake naar Mandalay en